Using the EDI Circle SOAP API
This page describes the EDI Circle SOAP API. It is an older part of the JoinData platform and is mainly used for static messages. It works like a mailbox where messages can be stored by a data source and retrieved by application providers.
This page is mostly in Dutch. If you require an English version, please let us know.
Deze pagina geeft een beschrijving hoe de JoinData EDI-Circle webservice voor het uploaden (insturen) en downloaden (ophalen) van gegevens aangestuurd dient te worden. (De URL en inlog gegevens om de webservice te kunnen aansluiten en testen kan worden opgevraagd bij JoinData). Via de verkregen URL kan de WSDL informatie opgehaald worden van de hierna benoemde methoden. (https://<URL>.asmx?WSDL)
De upload webservice bevat de volgende methoden:
- Inlog methode (1x per sessie)
- Aanbieden/Insturen van een bericht methode (1..n keer per sessie)
- Uitlog methode (1x per sessie)
De download webservice bevat de volgende methoden:
- Inlog methode (1x per sessie)
- Opvragen lijst van berichten
- Opvragen inhoud van een bericht
- Uitlog methode (1x per sessie)
De delete webservice bevat de volgende methoden:
- Inlog methode (1x per sessie)
- Verwijder bericht
- Uitlog methode (1x per sessie)
De voorgestelde methoden worden hierna verder uitgewerkt. (Achter de parameters staat tussen haakjes de naam die in de WDSL is terug te vinden)
Wanneer in dit document over een leverancier van berichten wordt gesproken betreft dit niet de leverancier van de producten of diensten maar de aanbieder van de berichten. De aanbieder van de berichten kan dus ook een serviceprovider zijn die namens leveranciers van producten of diensten berichten bij JoinData instuurt. Wanneer hiervan sprake is dan dienen de berichten aangeboden te worden m.b.v. van een extra envelop waarin de leverancier van de producten of diensten kenbaar gemaakt dient te worden. (Hoe dit dient te gebeuren wordt in dit document verder toegelicht).
Methode beschrijvingen
Login: Inloggen
Via deze methode dient een leverancier of afnemer van berichten zich bekend te maken. Uit deze methode komt een autorisatietoken die in alle andere methodes wordt meegegeven. Deze methode reserveert binnen EDI-Circle de benodigde systeemresources die nodig zijn voor het optimaal kunnen uploaden van de gewenste berichten.
Frequentie
Deze methode dient één keer aangeroepen te worden bij het initieel starten van het uploaden van berichten.
Request
Parameter | Type | Omschrijving |
---|---|---|
EdiCircleRelationCode_Sender | Verplicht, string, maximaal 20 posities | De EDI-Circle Relatie code. Relatiecode van de leverancier. Deze code wordt uitgegeven door JoinData. |
Username | Verplicht, string, maximaal 40 posities | Gebruikersnaam. Inlogcode. Deze wordt door JoinData uitgegeven. |
Password | Verplicht, string, maximaal 40 posities | Wachtwoord. Deze wordt door JoinData uitgegeven. |
Response
Parameter | Type | Omschrijving |
---|---|---|
SessionID | String, maximaal 50 posities | Autorisatietoken. Een unieke identificatie van één uitwisselingssessie. U heeft deze ID nodig bij de aanroep van de andere methodes. De SessionID blijft geldig totdat er wordt uitgelogd of totdat er een bepaald tijd is verstreken t.o.v. de vorige aanroep van een methode. |
PutMsg: Aanbieden/insturen van een bericht
Via deze methode kan een bericht worden aangeboden/ingestuurd.
Frequentie
Deze methode kan onbeperkt worden aangeroepen totdat alle gewenste berichten bij JoinData zijn aangeboden.
Request
Parameter | Type | Omschrijving | |
---|---|---|---|
SessionID | Verplicht, string, maximaal 50 posities | Autorisatietoken, resultaat uit de inlog methode | |
SendersRelationCode_Client | Optioneel, string, maximaal 20 posities | Relatiecode van de klant bij de leverancier. Deze code wordt door de leverancier die de berichten aanbied zelf uitgegeven. | |
MsgType | Verplicht, string, maximaal 255 posities | Het type/versie van het bericht wat aangeboden wordt (). EDI-Circle kan meerderetype/versies van berichten ontvangen en verwerken. (Een actuele lijst kan bij de helpdesk van EDI-Circle worden opgevraagd). Hieronder een aantal voorbeelden van berichttypen/versies die aangeboden kunnen worden:Facturen in UBL formaat (Dan opgeven MsgType = “UBL2.0”)Facturen in AgroConnect formaat (Dan opgeven MsgType = “FAKTUUREAB2.2”)Leverbonnen in AgroConnect formaat. (Dan opgeven MsgType = “LEVEREAB1.5”)Wanneer een serviceprovider de berichten aanbied voor zijn/haar leveranciers dienen deze aangeboden te worden in een envelop. In dat geval dient deze parameter gevuld te worden met “ENVELOP1.0”. | |
MsgId | Document code. Via deze parameter kan het berichtid voor een specifiek bericht worden doorgegeven. (B.v. bij facturen het factuurnummer of bij leveringen het bonnummer) | ||
MsgDate | Optioneel, string, formaat YYYY-MM-DD | Datum van het bericht. Afhankelijk van het type bericht wat wordt aangeboden kan deze datum een andere betekenis hebben. B.v.:Bij het insturen van facturen betreft het de factuurdatumBij het insturen van leverbonnen betreft het de leverbon datum | |
Message | Optioneel, string, maximaal 7500 posities | De inhoud van het bericht. Wanneer een serviceprovider de berichten aanbied voor zijn/haar leveranciers dient de inhoud van het bericht ingesloten te zijn in een XML envelop. Voor een voorbeeld wordt verwezen naar Bijlage B.Hieronder de beschrijving van de individuele envelop velden. | |
BerichtversieCode | Berichtversie code. Zie beschrijving bij (MsgType) hierboven. Alle EDI-Circle berichttype versies zijn toegestaan m.u.v. “ENVELOP” | ||
BerichtIdentificatieCode | Bericht identificatie code. Een unieke bericht identificatie code die door de leverancier zelf kan worden gedefinieerd en die als een “tracking & tracing” code door de keten kan worden gebruikt. De afnemer van het aangeboden berichten kan deze bij de download weer doorkrijgen. | ||
ExterneLeverancierCode | Optioneel, string, maximaal 50 posities | Externe leverancier code. Relatiecode van de leverancier zoals deze bekend is bij de serviceprovider die het bericht namens deze leverancier aanbied. | |
ExterneKlantCode | Optioneel, string, maximaal 20 posities | Externe klant code. Relatiecode van de klant, uitgegeven door de leverancier die de producten of diensten uit het aangeleverde bericht heeft uitgegeven. | |
Naam | Optioneel, string, maximaal 255 posities | Attachment naam. Bestandsnaam van de attachment die wordt bijgeleverd. Onder deze naam kan de bijlage weer worden gedecodeerd en fysiek opgeslagen. | |
Type | Optioneel, string, maximaal 20 posities | Attachment type. Mime type van de bijlage. | |
Inhoud | Optioneel, string, onbeperk | Attachment inhoud. Inhoud van de bijlage, base64 encoded |
Response
Parameter | Type | Omschrijving |
---|---|---|
PutMsgResult | Boolean | Kan de waarde “True” of “False” hebben. |
Of een specifieke melding:
Parameter | Melding |
---|---|
SessionID | Geen parameter SessionID opgegeven! |
SessionID | SessionID (<p1>) is niet meer geldig (Verlopen), ophalen/insturen van berichten in deze sessie is niet meer toegestaan! |
SenderRelationCode_Client | Geen parameter SendersRelationCode_Client opgegeven!Verplicht door te geven bij het aanbieden van de volgende MsgType (FAKTUUREAB, LEVEREAB, CXMLFACT, EDICROP, DESADV, UNCEFACTINVOICE) |
SenderRelationCode_Client | Indien opgegeven worden de volgende controles uitgevoerd:Er dient minimaal één machtiging in EDI-Circle aanwezig te zijn voor de leverancier met de opgegeven klant, anders melding “Voor het aangeleverde bericht is geen (actieve) leverancier/klant machtiging aanwezig!”Wanneer berichttype/versie FAKTUUREAB wordt aangeboden dan moet de opgegeven klantcode voorkomen in het aangeboden bericht, anders melding “Parameter SendersRelationCode_Client komt niet overeen met het XML element “Relatienummer” uit het aangeleverde bericht (Message)!” |
MsgType | Geen parameter Berichttype opgegeven! |
MsgType | Parameter berichttype (waarde=<p1>) wordt niet ondersteund door EDI-Circle! |
ExtDocCD | Geen parameter MsgID opgegeven!Verplicht door te geven bij het aanbieden van de volgende MsgType (FAKTUUREAB, DESADV, UNCEFACTINVOICE) |
ExtDocCD | Normaal gesproken wordt een documentcode van maximaal 20 posities geaccepteerd tenzij een volgende volgende berichttype/versie wordt aangeboden:FAKTUUREAB2.0 dan moet de documentcode <= 10 zijn. Indien langer dan 10 posities dan melding “Parameter MsgID mag niet langer zijn dan 10 posities”FAKTUUREAB2.2 dan moet de documentcode <= 14 zijn. Indien langer dan 10 posities dan melding “Parameter MsgID mag niet langer zijn dan 14 posities” |
ExtDocCD | Indien het berichttype/versie FAKTUUREAB wordt aangeboden worden de volgende aanvullende controles uitgevoerd:Moet numeriek zijn anders melding “Parameter MsgID moet numeriek zijn!”Opgegeven documentcode moet voorkomen in het aangeboden XML bericht, anders melding “Parameter MsgID komt niet overeen met het XML element “Faktuurnummer” uit het aangeleverde bericht (Message)!” |
ExtDocCD | Indien opgegeven worden bij de berichttype/versies (FAKTUUREAB, DESADV,UNCEFACTINVOICE) de volgende aanvullende controles uitgevoerd: Documentcode mag maar één keer per leverancier worden aangebodenanders melding “MsgID <p1> is al eerder aangeleverd, kan niet meer worden aangeboden!” |
MsgDate | Indien berichttype/versie FAKTUUREAB wordt aangeboden dan worden de volgende aanvullende controles uitgevoerd:Is verplicht, melding “Geen parameter MsgDate opgegeven!”Moet voorkomen in het aangeboden bericht, melding “Parameter MsgDate komt niet overeen met het XML element “Faktuurdatum” uit het aangeleverde bericht (Message)!” |
MsgDate | Indien doorgegeven moet deze geldig zijn anders melding “Ongeldig formaat (yyyy- mm-dd)” |
Message | Parameter Message heeft geen inhoud! |
Voorbeeld insturen bericht zonder envelop
Voorbeeld van insturen bericht in een envelop
Logout: Uitloggen
Via deze methode dient een leverancier van berichten zich af te melden. Deze methode zorgt ervoor dat de systeemresources bij EDI-Circle weer worden vrijgegeven.
Frequentie
Deze methode dient één keer aangeroepen te worden nadat alle gewenste berichten (voor alle klanten) zijn ingezonden.
Request
Parameter | Type | Omschrijving |
---|---|---|
SessionID | Verplicht, string, maximaal 50 posities | Autorisatietoken. Resultaat uit de inlogmethode. |
Response
Parameter | Type | Omschrijving |
---|---|---|
LogoutResult | Boolean | Resultaat uitloggen. Kan de waarde “True” of “False” hebben |
GetMgIDs: Opvragen lijst van berichten
Via deze methode kan voor een of meer klanten een lijst met beschikbare berichtid’s worden opgevraagd. Om de connectietijd (en hierdoor ook de belasting van het systeem) te beperken wordt dringend aanbevolen om in elk geval minimaal één van onderstaande parameters op te geven:
- EdiCircleRelationCode_Client: EDI-Circle relatiecode van de klant
- EdiCircleRelationCode_Sender: EDI-Circle relatiecode van de berichtleverancier
- SendersRelationCode_Client: Klantcode bij de berichtleverancier
- RecieversRelationCode_Client: Klantcode bij de afnemer van de berichten
Het resultaat van deze methode is een lijst met berichtid’s waarvan de inhoud weer kan worden opgevraagd via de methode “Opvragen inhoud van een bericht” (GetMsg).
Frequentie
Deze methode kan onbeperkt worden aangeroepen totdat alle gewenste berichten van de benodigde klanten zijn opgevraagd.
Request
Parameter | Type | Omschrijving |
---|---|---|
SessionID | Verplicht, string, maximaal 50 posities | Autorisatietoken. Resultaat uit de inlog methode. |
EdiCircleRelationCode_Client | Optioneel, string, maximaal 20 posities | EDI-Circle relatiecode van de klant. Deze code wordt door EDI-Circle uitgegeven en is uniek. Indien deze leeg gelaten wordt krijgt men, afhankelijk van de invulling van de rest van de parameters, van alle klanten waarvoor de afnemer een machtiging heeft de berichtid’s. |
EdiCircleRelationCode_Sender | Optioneel, string, maximaal 20 posities | EDI-Circle relatiecode van de berichtleverancier. Deze code wordt door EDI-Circle uitgegeven en is uniek. |
SendersRelationCode_Client | Optioneel, string, maximaal 20 posities | Klantcode bij de berichtleverancier. Relatiecode van de klant bij de berichtleverancier. B.v. de klantcode bij een voerleverancier of een winkelketen. |
RecieversRelationCode_Client | Optioneel, string, maximaal 20 posities | Klantcode bij de afnemer van de berichten. Relatiecode van de klant bij de afnemer. B.v. de klantcode bij een accountant. |
DateFrom | Optioneel, string, formaat YYYY-MM-DD | Datum vanaf wanneer berichten geleverd dienen te worden. Afhankelijk van het type bericht wat wordt opgevraagd kan deze datum een andere betekenis hebben. B.v.:Bij opvragen facturen wordt vergeleken met de factuurdatumBij opvragen leverbonnen wordt vergeleken met de leveringsdatum |
DateEnd | Optioneel, string, formaat YYYY-MM-DD | Tot en met welke datum berichten geleverd dienen te worden. Afhankelijk van het type bericht wat wordt opgevraagd kan deze datum een andere betekenis hebben. B.v.:Bij opvragen facturen wordt vergeleken met de factuurdatumBij opvragen leverbonnen wordt vergeleken met de leveringsdatum |
MsgType | Verplicht, string, maximaal 20 posities | Het type bericht wat gewenst is. EDI-Circle kan meerdere type berichten leveren.voorbeelden van berichttypen die geleverd kunnen worden:Facturen in UBL formaat (Dan opgeven MsgType = “UBL”)Facturen in AgroConnect formaat (Dan opgeven MsgType = “FAKTUUREAB”)Leverbonnen in AgroConnect formaat. (Dan opgeven MsgType = “LEVEREAB”) |
MsgVersion | Optioneel, string, maximaal 255 posities | De versie van het type bericht wat gewenst is. EDI-Circle kan van een type bericht meerdere versies leveren. (Een actuele lijst kan bij de helpdesk van JoinData worden opgevraagd, zie ook Data Sets). Hieronder een aantal voorbeelden van berichttypen en bijbehorende versies die geleverd kunnen worden:Facturen in FAKTUUREAB-formaat (MsgType = “FAKTUUREAB”) kunnen bijvoorbeeld onder andere in de versies MsgVersion = “FAKTUUREAB2.0” en “FAKTUUREAB2.2” geleverd worden.Mestleveringen (MsgType = “VDM”) kunnen bijvoorbeeld onder andere in de versies MsgVersion = “VDM1.0”, “VDMLAANVOER1.0” en “VDML1.0” geleverd worden.Wanneer dit veld gevuld is, worden alleen berichten met de opgevraagde BerichtVersie geleverd. Wanneer dit veld niet gevuld is zijn er twee opties:Wanneer bij het opgegeven BerichtType een standaard BerichtVersie is ingesteld, worden alleen berichten van deze standaard BerichtVersie geleverd.Wanneer bij het opgegeven BerichtType geen standaard BerichtVersie is ingesteld, worden alle BerichtVersies geleverd. |
UnreadOnly | Verplicht, boolean, “1” of “0” | Alleen nieuwe berichten. Via deze indicatie kun je opgeven dat je alleen nog niet eerder opgehaalde berichten wilt ontvangen. |
ExtDocCD | Optioneel, string, maximaal 30 posities | Document code. Via deze parameter kan het berichtid voor een specifieke code worden opgevraagd. (B.v. bij facturen het factuurnummer of bij leveringen het bonnummer) |
PurposeId | Optioneel, string, maximaal 60 posities | PurposeId. Via deze parameter kan gefilterd worden op berichten, die gekoppeld zijn aan een bepaalde Purpose. |
Response
Parameter | Type | Omschrijving |
---|---|---|
MsgList [Msg[MsgID]] | XML array met interne berichtid’s, veldtype “long” | Array met berichtid’s |
Of, een specifieke melding, Zie hieronder voor een lijst van mogelijke meldingen:
Parameter | Melding |
---|---|
SessionID | Geen parameter SessionID opgegeven! |
SessionID | SessionID (<p1>) is niet meer geldig (Verlopen), ophalen/insturen van berichten in deze sessie is niet meer toegestaan! |
EdiCircleRelationCode_Client | Parameter Relatiecode klant (waarde = xxxx) is in EDI-Circle niet bekend |
EdiCircleRelationCode_Client | Parameter Relatiecode klant (waarde=<p1>) heeft niet de rol klant in EDI-Circle! |
EdiCircleRelationCode_Sender | Parameter Relatiecode leverancier (waarde = xxxx) is in EDI-Circle niet bekend |
EdiCircleRelationCode_Sender | Parameter Relatiecode leverancier (waarde=<p1>) heeft niet de rol leverancier in EDI- Circle! |
DateFrom | Ongeldig formaat (yyyy-mm-dd) |
DateFrom | Parameter Datum vanaf (waarde=yyyymmdd) ligt voorbij parameter Datum t/m (waarde=yyyymmdd) |
DateEnd | Ongeldig formaat (yyyy-mm-dd) |
DateEnd | Parameter Datum t/m is niet opgegeven |
DateEnd | Datum mag niet voorbij de systeemdatum liggen |
MsgType | Geen parameter Berichttype opgegeven! |
MsgType | Parameter MsgType (waarde=<p1>) wordt niet ondersteund door EDI-Circle! |
UnreadOnly | Parameter UnreadOnly is niet opgegeven! |
ExtDocCD | Indien parameter Berichtnr van de leverancier wordt opgevraagd moet ook parameter Relatiecode leverancier opgegeven worden |
Bij geen berichten binnen criteria | “Er zijn geen berichten die voldoen aan de opgegeven parameters!” |
GetMsg: Opvragen inhoud van een berichten
Via deze methode kan de inhoud van een bericht worden opgevraagd.
Frequentie
Deze methode kan onbeperkt worden aangeroepen totdat de inhoud van alle berichtid’s die zijn opgevraagd via de methode “Opvragen lijst van berichten” (GetMsgIDs) zijn opgehaald.
Request
Parameter | Type | Omschrijving |
---|---|---|
SessionID | Verplicht, string, maximaal 50 posities | Autorisatietoken, resultaat uit de inlog methode |
MsgID | Verplicht veldtype “long” | BerichtId (MsgID, resultaat uit de GetMsgIDs methode) |
MsgTypeOut | Verplicht, string, maximaal 20 posities | Gewenst uitvoer berichttype. Formaat waarin het opgevraagd bericht moet worden teruggegeven. Hieronder een aantal voorbeelden van berichttypen die geleverd kunnen worden:Facturen in UBL formaat (Dan opgeven MsgTypeOut = “UBL”)Facturen in AgroConnect formaat (Dan opgeven MsgTypeOut = “FAKTUUREAB”)Leverbonnen in AgroConnect formaat. (Dan opgeven MsgTypeOut = “LEVEREAB”) |
MsgVersionOut | Optioneel, string, maximaal 255 posities | De versie van het type bericht wat gewenst is (MsgVersionOut). EDI-Circle kan van een type bericht meerdere versies leveren. (Een actuele lijst kan bij de helpdesk van JoinData worden opgevraagd, zie ook Developer Documentation: Data Sets). Hieronder een aantal voorbeelden van berichttypen en bijbehorende versies die geleverd kunnen worden:Facturen in FAKTUUREAB-formaat (MsgType = “FAKTUUREAB”) kunnen bijvoorbeeld onder andere in de versies MsgVersion = “FAKTUUREAB2.0” en “FAKTUUREAB2.2” geleverd worden.Mestleveringen (MsgTypeOut = “VDM”) kunnen bijvoorbeeld onder andere in de versies MsgVersionOut = “VDM1.0”, “VDMLAANVOER1.0” en “VDML1.0” geleverd worden.Wanneer dit veld gevuld is, worden alleen berichten met de opgevraagde BerichtVersie geleverd. Wanneer dit veld niet gevuld is zijn er twee opties:Wanneer bij het opgegeven BerichtType een standaard BerichtVersie is ingesteld, worden alleen berichten van deze standaard BerichtVersie geleverd.Wanneer bij het opgegeven BerichtType geen standaard BerichtVersie is ingesteld, worden alle BerichtVersies geleverd. |
InclusiefEnvelop | Optioneel, boolean, “1” of “0” | Bericht in envelop aanleveren (). Wanneer deze indicatie op “1” wordt gezet wordt het gevraagde XML in een XML envelop geplaatst. Dit is noodzakelijk wanneer berichten worden opgevraagd die voorzien kunnen zijn van een bijlage. Denk hierbij aan facturen waarbij de orginele PDF geleverd kan worden. Deze indicatie wordt automatisch op “True” gezet wanneer de parameter “InclusiefBijlages” op “1” wordt gezet. Achteraan dit document staat een voorbeeld van een berichtenvelop. |
InclusiefBijlages | Optioneel, boolean, “1” of “0” | Eventueel bijlages behorende bij het XML bericht leveren. Wanneer deze indicatie op “1” wordt gezet worden naast het XML bericht ook alle gekoppelde bijlages geleverd. B.v. bij facturen kan dit de originele PDF zijn. Uiteraard kunnen deze alleen geleverd worden als de berichtleveranciers deze aan JoinData heeft aangeboden. Wanneer het wenselijk is om bijlages te ontvangen wordt geadviseerd om deze indicatie altijd op “True” te zetten. |
ContentAsXml | Optioneel, boolean, “1” of “0” | Bericht als XML in envelop opnemen (). Wanneer deze indicatie op “1” wordt gezet dan zal het bericht als een Xml in de envelop binnen de groep “Content” worden opgenomen. Wanneer deze indicatie op “0” wordt gezet of de parameter niet wordt doorgegeven wordt het Xml bericht in een CDATA blok in de “Content” groep teruggegeven |
Response
Parameter | Type | Omschrijving |
---|---|---|
Msg | XML datatype | Inhoud van het bericht. Hoe de inhoud van het XML bericht eruit ziet hangt af van het gevraagd uitvoer berichttype. Wanneer het AgroConnect factuurformaat wordt opgevraagd voldoen deze aan de XML specificaties van de AgroConnect vereniging. Bij UBL voldoen deze weer aan de UBL2.0 of 2.2 specificaties etc. |
Of, een specifieke melding, Zie hieronder voor een lijst van mogelijke meldingen:
Parameter | Melding |
---|---|
SessionID | Geen parameter SessionID opgegeven! |
SessionID | SessionID (<p1>) is niet meer geldig (Verlopen), ophalen/insturen van berichten in deze sessie is niet meer toegestaan! |
MsgID | Geen parameter MsgID opgegeven! |
MsgID | Opgevraagd bericht met MsgID=<p1> is niet aanwezig! |
MsgTypeOut | Geen parameter Berichttype opgegeven! |
MsgTypeOut | Parameter MsgType (waarde=<p1>) wordt niet ondersteund door EDI-Circle! |
Voorbeeld van een berichtenvelop
Verwijder bericht: DeleteMsg
URL’s:
Integration https://test.webapps.edi-circle.nl/EDI-CircleWebServices/WS_DELETE_EC.svc
Production https://www.webapps.edi-circle.nl/EDI-CircleWebServices/WS_DELETE_EC.svc
The delete webservice has 3 methods:
Login
– EdiCircleRelationCode_Receiver (EDI-Circle relation code)
– Username
– Password
DeleteMsg
– SessionID (Received from Login)
– MsgID (Message ID for
Logout
– SessionID (Received from Login)
Response
The DeleteMsg returns an error whenever the message does not exist.
If it does exist and is deleted or if it did exist and already was deleted, the response is:
<s:Envelope xmlns:s= "http://schemas.xmlsoap.org/soap/envelope/" > <s:Body xmlns:xsi= "http://www.w3.org/2001/XMLSchema-instance" xmlns:xsd= "http://www.w3.org/2001/XMLSchema" > <DeleteMsgResponse xmlns= "http://www.edi-circle.nl" > <DeleteMsgResult> <BerichtVerwijderd> true </BerichtVerwijderd> </DeleteMsgResult> </DeleteMsgResponse> </s:Body> </s:Envelope> |